New York (column van Jan Dobbe)

15 October 2010

Ik was de afgelopen week met mijn zoon in New York. Dat is pas een stad! Groot, hoog, meedogenloos, luidruchtig, vriendelijk. Wat me opviel, was de geweldig positieve grondhouding van de mensen. Ze zijn je in eerste instantie goedgezind. Ik reisde heel veel per metro, waar je de doorsnee van de New Yorkse bevolking zo’n beetje kunt monsteren. Ze zijn er allemaal te zien en te beluisteren. Afro-Amerikanen, Chinezen, Mexicanen, Moslims, Indianen, Blanken. Arm, rijk, oud, jong, mooi en aftands. Hun houding: ‘ik doe wat ik doe, jij doet wat jij doet en we respecteren elkaar.’ Ze gunnen elkaar succes maar als iemand pech heeft, hebben ze ook compassie. Regelmatig betrad er een dakloze de metrocoupé en richtte zich met luide stem tot de reizigers: ‘Hallo mensen, ik ben Die en Die en ik ben een jaar geleden werkloos geworden. Daarna verloor ik mijn gezin. Ik schaam me kapot, maar ik doe toch een beroep op jullie om me te helpen. Alles wat je kunt missen is welkom: kleding, eten of een paar munten.’ En dan gingen bij wonderbaarlijk veel mensen de portemonnees open, ook bij mensen die er zelf evenmin welvarend uitzagen.
New York is een melting pot, en één die werkt: iedereen houdt zijn eigen identiteit, geloof, cultuur, taal en nationaliteit in ere, maar iedereen voelt zich tegelijkertijd New Yorker. En Amerikaan. Geweldig vonden we dat, mijn zoon en ik: ‘Daar kan die Wilders nog wat van leren!’ Waar onze Geert op basis van het anders-zijn een bevolkingsgroep in de hoek zet, trekken daar diverse bevolkingsgroepen in al hun eigenheid lekker samen op. En maken wat van hun stad. Het lijkt Leiden wel.
Jan Dobbe

Reageren op deze column? Stuur een mailtje naar:

jan_dobbe_klein.jpg  jan_dobbe@hotmail.com


 

New York (column van Jan Dobbe)

Aanmelden nieuwsbrief

Wil u onze nieuwsbrief ontvangen? Meld u dan hier aan: