Jazz (column van Jan Dobbe)

25 October 2010

Het is zondagmiddag. De stad is winderig, koud en regenachtig. Je zou eigenlijk aan een winterslaap willen beginnen, om daar pas in april weer uit te ontwaken. Alles beter dan dit. Maar Leiden laat zich niet kennen, en doet wat een stad in barre tijden moet doen. Warme cafés, smakelijke restaurants, muziek en geopende winkels - niet om iets te kopen, maar gewoon, om er op je gemak rond te kijken, andere mensen te zien en ideeën op te doen.
Natuurlijk is ook De Slegte open en ja, ik koop er weer een boek. Ditmaal Septuagenarian Stew ('Zeventig jaar gegist'), een bundel korte verhalen en gedichten van de Amerikaanse hard-boiled schrijver Charles Bukowksi. Zijn autobiografische verhalen spelen zich allemaal af aan de zelfkant van de samenleving, waarbij de hoofdpersoon zijn uiterste best doet zich staande te houden tussen de meest verschrikkelijke kutbaantjes, cynisme, hoeren, gokkers, losers, geweld en ontiegelijk veel drank - alles geschreven in een bedrieglijk eenvoudige stijl die zorgt dat het boek je niet meer loslaat. Maar verder gaat alles goed.
Met het boek op de bagagedrager (het regent natuurlijk nat), fiets ik door de stad en kom langs café de Twee Spieghels, waar heerlijke jazz naar buiten sijpelt. Naar binnen? Hm, ik fiets door, maar sta tien meter verder alweer stil . Bij De Uil van Hoogland, waar zo mogelijk nog betere jazz naar buiten komt. Fiets tegen de boom, ik naar binnen. Het worden uren van muziek, drank en plezier. Een band die zijn best doet, dat is mooi. Het eindigt als ik de saxofonist voorlees uit Bukowski's natte boek:

VLUG EN TRAAG

o ja, het wordt
benauwd.

ik zend noodsignalen uit.
geen
reactie.

dat is geen
verrassing.

alleen dat ik nog doorga
is verrassend

vooral
in de wetenschap
dat het einde
daar
is

en
hier.

 

Jan Dobbe

Reageren op deze column? Stuur een mailtje naar: 

jan_dobbe_klein.jpg  jan_dobbe@hotmail.com

Jazz (column van Jan Dobbe)

Aanmelden nieuwsbrief

Wil u onze nieuwsbrief ontvangen? Meld u dan hier aan: