Hond (column Jan Dobbe)

26 June 2012

De afgelopen dagen hadden we de hond van onze oude buren te logeren. Het is een labrador-teefje van een jaar of 8 en ze heet Robin. Onze buren zijn alweer een jaar geleden verhuisd, en sindsdien zie ik Robin slechts af en toe. Toch heb ik kennelijk flink indruk op haar gemaakt in de tijd dat we nog buren waren, want als ze me maar hoort of ziet, zie je het vuur in haar ontbranden en gaat ze op zoek naar speelgoed, stokken of ballen om me mee uit te dagen. Ze was dan ook mijn ‘lease-hond’: een hond die je ophaalt om lekker mee naar het strand te gaan uitsluitend op het moment dat het jou goed uitkomt. Uitjes waar honden wel pap van lusten.
Enfin, de afgelopen dagen ben ik dus diverse keren met Robin uit wandelen gegaan. Tweemaal vergat ik een poepzakje, en tweemaal moest ik terug naar plaats delict om drollen op te halen. Ooit heb ik mezelf en de wereld beloofd dat ik nooit hondenstront op de stoep zou achterlaten, want ik háát hondenstront aan m'n schoenen. Een man een man, een woord een woord.
Een hond is een raadselachtig wezen. Zo duikt Robin graag in sloten, modderpoelen en moerassen. Tot zover is het nog te volgen, maar een raadsel van de eerste orde vind ik haar drammerige gesnuffel op de raarste plekken. Dan trekt ze je met alle kracht die ze heeft naar één plek, duwt haar neus bijna in de grond, en 'scant' centimeter voor centimeter. Het is duidelijk: ze leest een oercode voor honden, onleesbaar en onbegrijpelijk voor ons mensen. Een universele, oeroude taal die uitstijgt boven alles wat wij denken te weten over deze dieren. Gelukkig is er nog iets aan Robin dat echt alleen maar van haar is.

Jan Dobbe

jan_dobbe_klein.jpg  jan_dobbe@hotmail.com

Meer columns van Jan Dobbe lezen? Ga dan naar www.jandobbe.nl/creatief-met-tekst/columns


 

Hond (column Jan Dobbe)

Aanmelden nieuwsbrief

Wil u onze nieuwsbrief ontvangen? Meld u dan hier aan: