Dooi (column Jan Dobbe)

18 February 2012

Na een korte, hevige winter met op sommige plaatsen meer dan 20 graden onder nul, trad op maandag 13 februari een meedogenloze dooi in. Meteen verdween het strijdbare gevoel dat over me was gekomen toen bleek dat het menens was met de kou. Weg plannen voor een Elfstedentocht en weg alle plannen om toch nog eens mee te doen aan die of die molentocht. Daar waar we 's zondags nog heerlijk op de grachten hadden geschaatst, voluit met de wind in de rug, stonden maandagmiddag al grote plassen. Geen mens waagde zich meer op het ijs, dat hier en daar wel vijftien centimeter dik moet zijn geweest. En daar waar de sneeuw het landschap zo heerlijk onschuldig had doen voorkomen, kwam nu het bleke gras alweer tevoorschijn.
Jammer, maar ook hoopgevend. Zo scheen het mij toe dat, met het groener worden van de omgeving, ook onze gevederde vrienden weer meer praatjes kregen. Ik hoorde meer en luider, hoopvol gestemd fluiten, tsjilpen, krijsen en krassen.
In de loop der volgende dagen verdween het ijs letterlijk als sneeuw voor de zon, heel hard dooide het. Het leek wel of het ijs er op had gewacht, want zonder enige tegenstand zag je het ten onder gaan aan het water der grachten en sloten - alsof er nooit sprake van ijsmacht en -pracht was geweest. Het gebeurde zachtjes, zonder veel rommel, alsof er een schoonmaakploeg voortdurend aan de gang was om alles zo netjes mogelijk te laten verlopen.
Het meest sneue vind ik nog dat mijn vrouw, als gevolg van drukke werkzaamheden, in het geheel niet is toegekomen aan de alom verbroederende ijspret waaraan ik en mijn zoons ons ten volle hebben overgegeven. Terwijl ik dit schrijf staan haar schaatsen nota bene vers geslepen bij de voordeur. Klaar voor direct gebruik - in 2013.

Jan Dobbe

jan_dobbe_klein.jpg  jan_dobbe@hotmail.com

Meer columns van Jan Dobbe lezen? Ga dan naar www.jandobbe.nl/creatief-met-tekst/columns


 

Dooi (column Jan Dobbe)

Aanmelden nieuwsbrief

Wil u onze nieuwsbrief ontvangen? Meld u dan hier aan: